vrijdag 28 december 2007


Burkina Faso en de dagen met Malaria,


Sinds Mali voelen we ons niet goed, het is de hoofdpijn die maar niet weg gaat, ons lichaam doet overal pijn. ’s Nachts kunnen we niet slapen en vullen we de hoeslaken vol met zweet, we liggen te rillen van de kou terwijl het 35 graden is.

We hebben allebei dezelfde symtomen wat maakt ons denken dat het een virus is wat we van het eten of het water hebben op gelopen. Wie weet.
In Ouagadougou de hoofdstad van Burkina Faso, de symtonen worden erger, de hoofdpijn word sterker en we moeten vaak overgeven en hebben lichte koorts, een paar aspirines en we voelen ons weer beter. Nadat we ons visa voor Ghana hebben geregeld vertrekken we. Dichtbij de grens met Ghana waneer we iets probeerden te eten begon ik me heel erg slecht te voelen, Helio was op zoek naar een apotheek gegaan, onderweg viel hij bijna flauw, in de apotheek moest hij naar het raam rennen om over te geven. Toen Helio terug kwam met malaria pillen lag ik op een houten bankje met mijn handen over mijn hoofd, ik zei tegen Helio ik kan niet meer opstaan, ik voel me zo beroerd, ik kan niet meer. We besloten om een goedkope kamer te huren, en daar lagen we in een bed die je niet bepaald schoon kan noemen, het enige wat ons liet opstaan was om over te geven. De 2 de dag zei Helio: we moeten wat eten ook al voelen we er totaal niet naar. Helio was 45 minuten bezig om alle ingredienten van de auto naar de kamer te brengen (die op 3 meter afstand stond). Helio lag in bed met de uien , knoflook, wortels, en kruiden, nog een uur ging voorbij en de soep was klaar, nu het moeilijkste moment. ETEN. Later in dezelfde dag pakte we de termometer en de koorts bleek maar niet te zakken om precies te zijn had ik 41 graden koorts en Helio 40 graden koorts, toen Helio een natte doek op mijn voorhoofd legde keek ik hem aan met de tranen in me ogen ik was echt bang geworden en vroeg: ik ga toch niet dood he! Helio kuste me en zei: natuurlijk niet. Helio verliet de kamer en ik hoorde hem praten met de eigenaar.
- Jullie kunnen beter naar een ziekenhuis gaan, ik zal jullie wel helpen.
- Is het ziekenhuis hier ok, vroeg Helio.
- Tja, het is niet de slechtste
Ik weet dat Helio bang is om hier naar een ziekenhuis te gaan, hij weet hoe slecht het soms kan zijn.
We ariveerde in een kantoortje met een bureau en een bed. Een verpleger stond ons ter woord met de meest vriendelijkheid. Ik ging op het bed liggen omdat ik niet kon zitten. Helio legde uit dat hij dacht dat we malaria hebben en dat we graag een dokter willen spreken.De verpleger legde uit dat hij de meest gediplomeerd persoon is in het ziekenhuis, Helio keek me aan en lachte.
In gebrekkig frans vertelde we over onze symtonen. De verpleger schudde zijn hoofd en zei we zullen bloed moeten afnemen.
Inderdaad de uitslag was duidelijk we hebben malaria. Wat er daarna ging gebeuren snapte ik niet ik wist alleen dat we in het ziekenhuis moesten blijven en dat we een infuus kregen toegediend. De verpleger kwam terug met een plastic zak vol met verschillende medicijnen, 21 om precies te zijn.
Rond om het ziekenhuis lagen mensen op de grond, vrouwen met kinderen in hun handen wachtend voor het kantoor van de verpleger. Een man kwam aangelopen met een oude vrouw op zijn rug waarschijnlijk zijn moeder. In de kamers, voor de gene die geluk hebben was er een matras, anderen lagen op een stuk karton op de grond. Er zijn geen hoeslakens, kussens, en zelfs geen wc, de muren zijn zwart en de bedden roestig ik zie ook geen 1 klamboe. Onze behandeling kost 8 euro per persoon, hoeveel van deze mensen hier kunnen dat betalen? Ik sluit mijn ogen wanneer de medicijnen door mijn lichaam vloeien, Ik sluit me ogen omdat ik het niet kan aanzien waneer die oude oma smekend op haar knieen aan de verpleger vraagt of hij haar kleindochter kan behandelen, Ik sluit mijn ogen van schaamte, schaamte van hebben.



Ghana en het leven op de weg.

We reiden door Ghana in de richting van de oceaan. De regentijd is nog steeds in volle gang, speciaal in de landen die zullen volgen. Andere reizigers die vanuit het zuiden komen adviseerde ons om te wachten, zei zeiden; in sommige delen doe je 6 dagen over 320 kilometer. We vonden onderdak in een klein paradijs genaamt de Green Turtle, dit is een klein bungalow park, we betalen 4 euro per nacht om te kamperen aan het strand, er is een douche en wc, en het is een stuk veiliger dan kamperen en de wildernis, voor ons dus een hele luxe.
Het leven op de weg is vermoeiend speciaal als je niet zoveel geld hebt om te besteden. Slapen in de wildernis is geen optie maar een verplichting. Neem een kijkje naar hoe een dag op de weg verloopt, het is niet altijd hetzelfde maar de meeste keren gaat het zoals ik beschrijf.
Vroeg in de ochtend voor de zonopgang staan we op, we klappen de daktent dicht,pakken de cherrycan met water, het kookgerei, de koffie,de stoelen en brood als we hebben.we drinken onze koffie en eten wat er dan ook is die dag.
Dan vertrekken we. 2 uur later zijn we bedekt met stof van de zandwegen. Dan hebben we elke dag onze “vrienden”, de politie, wachtend elke controle post op geld, NEE we geven geen geld maar het is zeer vermoeiend om elke keer maar weer hetzelfde spel van kat en muis te spelen. Jullie kunnen niet door reiden als jullie niet betalen, dan geven we elke keer weer onze beste vervalsde lach en een klopje op hun schouder, terwijl we in werkelijkheid hun wel kunnen kunnen schieten.
Ook hebben we dan nog de pech onderweg en alle lekke banden dit gebeurd niet elke dag maar altijd als het niet uitkomt en veel te vaak. Wanneer we geen water hebben om onzelf te wassen zijn we 2 cocktails van olie en stof. In de middag bedenken we wat we ’s avonds zullen eten, vis en vlees op de markt zit altijd vol met vliegen dus kopen we liever een levende kip. In de namiddag gaan we op zoek naar een plaats om te slapen, soms zoeken we voor 2 of meer uren om een goede plaats te vinden, een goede plaats betekend; geen mensen om ons heen en minimo veilig, dan openen we de tent, pakken het kookgerei, het water, de stoelen en de tafel, Helio slacht de kip, plukt de veren, maakt een vuur en dan barbaque de kip.
Nu vraag je je natuurlijk af waarom leven wij op deze manier en blijven we niet thuis waar we goed kunnen eten en slapen. Ik klaag niet over mijn leven ik wil jullie er alleen over vertellen, als je een dokter of advocaat of wat dan ook wil worden moet je altijd eerst afzien voordat je dat bereikt. Vele mensen denken wij hebben een leven vol rozengeur en manenschijn, speciaal nu we een paar sponsers hebben, Maar denkt niet dat wij gratis reizen, het geld van de sponsers is een kleine bijdrage om de mensen in Afrika te helpen met medicijnen, kleren, speelgoed en deze keer in Ghana in het dorpje Akwidaa hebben onze sponsers, Mantje Texel, Meubelmakerij Casper de Graaf en Texel.nu er voor gezorgd om 64 nieuwe school boeken te geven, dit alles is voor een bijdrage van 55 euro per maand plus een eenmalige bijdrage van Texel.nu. Wij willen onze sponser hiervoor heel erg bedanken, want wij mogen zien hoe blij we de mensen maken met kleine dingen. .

woensdag 21 november 2007

Mali,

Op het moment zitten we midden in het regenseizoen. Er is leven overal om ons heen, bloemen met prachtige verschillende kleuren trekken de vogels met dezelfde kleuren aan. De mensen veranderen, evengoed dat dit een land is met een moslim cultuur kleden de mensen zich niet zoals het noorden van Afrika. Langs de rivieren en meren wassen de vrouwen hun kleren met een bloot bovenlijf , de kinderen spelen naakt om hun heen, de huizen zijn gemaakt van bamboe en modder met een punten rieten dak. Vrouwen met gekleurde jurken werken met hun baby’s op hun rug gebonden. Dit alles geeft ons een gevoel van donker Afrika.
Van Nema reizden we naar Nara wat was al 50 kilometer in Mali. Het was op deze weg van Nara naar Niono waar we de meeste kleren hebben uitgedeeld, speciaal in een klein dorpje waar ik eerlijk gezegt niet eens de naam van weet. Ongeveer 50 tot 60 kinderen stonden om de auto heen, iedereen was kalm toen we een aantal puzzels voordeden en uitdeelden. Maar op het moment dat we kleren begonnen uit te delen werd de kring kleiner om ons heen, we zagen dat we de kinderen niet onder bedwang konden krijgen, en vroegen hulp aan een lokale man. De man riep de kinderen 1 voor 1 maar ook dit liep uit de hand, in een paar minuten was er een grote verwarring, de kinderen hielden hun handen omhoog en duwde zich naar voren, op dit moment waren het niet alleen de kinderen maar ook volwassen duwde zich in de menigde naar voren. Op dat moment herinnerde ik me het beeld wat ik op televisie had gezien wanneer hulp organisati’s kleren en eten uitdelen. Zoveel keer had ik gezien dat de organisati’s de mensen sloegen om ze in bedwang te houden, ik dacht bij mijzelf is dat nou nodig op z’n brute manier? Maar nu was dat beeld niet op de televisie terwijl ik rustig op de bank toekeek, nee nu sta ik hier midden in de realiteit! Mijn hart ging als een gek tekeer. Hoe hou ik deze mensen nu in bedwang? Hoe kan ik uitleggen dat deze agressie niet nodig is? Hoe kan ik mijzelf verstaanbaar maken tussen dit geschreeuw?

Segou is een dorp in het noorden van Mali. We waren op zoek naar iemand die onze pomp kan maken. (deze pomp dient voor het pompen tussen onze 2 tanken). Het was onder een afdakje waar we onze man gevonden hadden. Er was 1 tafel met 2 bankjes, op de tafel lag een gereedschap kist met al zijn gereedschap voor kleine en grote klussen. Onze pomp moest gesoldeerd worden maar we konden geen soldeerbout vinden. Dit maakte ons erg nieuwschierig. Zijn hulpje kwam met een soort kleine barbaque met hete kolen. Een ijzeren staaf met aan het uiteinde een schroef, werd in de hete kolen gestoken na ongeveer 15 minuten wapperen met een waaier werd de staaf eruit gehaalt, hij haalde een veil over de schroef en met een draad smelte hij de gebroken plaats, dit liet een grote zwarte plek achter. Hij herhaalde dit een paar keer. Na 3 dagen hoe ongelofelijk het ook klinkt de pomp was niet gemaakt, maar onze man had de oplossing: een 2 de hand pomp, dit was wat wij in het begin al zeiden.
Helio had 2 oude fototoestellen meegenomen om te verkopen zodat we de pomp konden betalen. Hassan de eigenaar van de plaats waar we kampeerden, was de persoon om ons te helpen de camera’s te verkopen.
Op de wegen in Segou zagen we elke dag wel 3 tot 4 ongelukken met brommers. Of het kwam omdat ze de regels niet volgen of omdat ze gewoon niet kunnen rijden ik weet het niet.
Rijden achterop de brommer van Hassan was zonder twijfel een heel avontuur, Of het nu de andere bromfietsers waren, Of Hassan was dronken of hij kon niet schakelen. Maar in iedergeval hadden Helio en Hassan de camera’s verkocht voor 156 euro en daar hadden we alleen maar van kunnen dromen.
In Segou was het voor het eerst dat we rasisme voelde, Als we door de straten liepen hoorden we altijd het woord kabab of iets wat daar op leek. Het betekent blanke op een gemene en brutale manier, elke keer maar weer “ kabab, kabab” overal waar je maar kwam “kabab, kabab”. Ik vroeg mijzelf af als dit in Nederland zou gebeuren zou het dan rasisme genoemt worden? Zou er politie bij betrokken worden of mischien televisie, of zelfs een gerecht? Hier in Mali is rasisme de gewoonste zaak van de wereld. Rasisme bestaat van blank naar donker maar van donker naar blank is normaal.
Ik noem Segou het dorp van de toer gidsen, ze zijn overal proberen hun diensten te verkopen, zelf terwijl de meeste niet eens de geschiedenis van hun land weten.
Zelfs toen ze inzagen dat wij niet geintereseert waren probeerden ze nog geld uit ons te trekken. Na met eentje gesproken te hebben hebben we een idee over de filosofie van het leven in Mali. De toer gids noemt zichzelf Light.
- wat is jouw droom? Vroeg Helio, wat wil je berijken in het leven?
- Ik heb 1 vrouw en 2 kinderen, maar ik wil meer geld hebben om 4 of meer vrouwen kopen
- Maar 4 vrouwen betekent 4 huizen en kleren voor 4 en eten voor 4 plus de rest en dit is zonder de kinderen mee te tellen.
- Ja maar als ik 4 vrouwen heb dan kan 1 mij 10 kinderen geven, en 4 vrouwen is 40 kinderen, deze kinderen laat ik werken op het land en dan heb ik een heleboel geld en hoef ik de rest van mijn leven niet meer te werken.
- Maar begrijp je dan niet dat dit een groot probleem is in Mali en een groot gedeelte van de rest van Afrika. Jou kinderen zouden niet voor jouw moeten werken maar jij voor je kinderen om hun een goede educatie en eten te kunnen geven, hij keek Helio aan alsof hij de gene was die dom is, dezelfde blik gaf hij toen we zijden dat wij in europa maar met 1 vrouw trouwen.

We waren heel blij toen we Segou verlieten en weer terug in de rimboe waren. De mensen en speciaal de kinderen die nog nooit een blanke hebben gezien zijn zo anders dan de mensen uit de stad. Zei vragen nooit om iets ze geven alleen maar een grote glimlach, en helpen ons met directie’s geven, aangezien wij altijd verdwaalt zijn. Altijd als we de kinderen uit leggen hoe ze kunnen puzzelen, of als we een t shirt geven 2 maten te groot, als we een knuffel beer geven die ze dan dicht tegen hun aan drukken, of als we een pop met baterijen die kan dansen dan kijkt het hele dorp verbaast . Altijd als ik hun ogen zie schijnen en hun lach zo puur als ze ons innerlijk bedanken dan stroomt mijn hart over van geluk en mijn ogen vullen zich met tranen. Alle slechte momenten worden vergeten. Het voelt goed om in Mali te zijn.
Na een aantal zandwegen komen we aan in Djenne, hier staat het grootste modder moskee van heel de wereld. We reizden door Bankass en Koporokenie-na uiteindelijk in Nombori. Nombori is een van de kleine dorpjes langs de steile helling van Bandiagara. De steile helling in 150 kilometer lang waar kleine dorpjes in de helling gebouwd zijn. Dit hele gebied heeft de naam Dogon Country gekregen. Bij toeval ariveerde wij in Nombori. Want de vorige dag sliepen we in de rimboe en s’ochtens was onze accu leeg we probeerde een paar keer om de auto aan te duwen maar helaas er gebeurde niks. Uiteindelijk moesten we naar het dorpje lopen met de accu op onze rug. In het dorpje had gelukkig iemand een solar pannel, en het duurde 5 uur voordat we de auto weer konden starten.
Het was heel uniek om sommige huizen te zien in het midden van de helling, hoe kunnen die mensen daar naartoe klimmen? Populaire verhalen vetelde dat de mensen die daar leefde hadden magische krachten en kunnen daar naartoe vliegen. Een familie liet ons slapen op het dak van hun huis en gaven ons eten. Overdag liepen we langs de helling, er waren grote watervallen, vanaf de helling kwam het water als een deken naar beneden. in sommige plaatsen mochten we niet komen want dat is heilig gebied, alleen de volwassenen mochten er komen en offerde dan dieren aan de heling.

donderdag 1 november 2007









Maurinanie,

Zand zand en nog eens zand, 100 derden kilometers en de duinen veranderde de gedurende uren. Kilometer na kilometer staan er kleine tentjes aan de kant van de weg en verkopen eten, het menu van de dag is kameel en cous cous. Om naar binnen te kunnen moet je je door je knieen laten zakken en kruipend kun je binnen komen.

Mannen gekleed in wit en blauw rijden op hun kamelen. Het lijkt alsof ze uit het niets opkomen en verdwijnen in de leegte van de woestijn. Het is een prachtig gezicht voor de reiziger die voorbij trekt, maar een beangstigend gezicht voor degene die leeft in z’n leegte.

We verlieten de hoofdweg en gingen over zand tracks in de richting van het westen waar de woestijn de oceaan ontmoet.

We hebben 2 dagen gevist. Achter ons paseerden kamelen door de duinen en in de oceaan speelde de dolfijnen met de golven. Honderden vogels vlogen om ons heen, onderandere: Flamingos, Ooienvaars, Pelikanen,Lepellaars etc.

De oceaan was royaal met ons en gaf ons 8 vissen, we maakten visballen, gebakken vis, barbague vis en een visstoof potje, genoeg eten voor de volgende dagen.

Om Mauritanie nu daags te begrijpen moet je eerst de geschiedenis weten. Toen de kameel ariveerde komend uit Marokko in de 3 de eeuw, Berbers begonnen naar het zuiden te reizen, dit is het begin van de grote Sahara handels roete waar ze goud, slaven en zout ruilde. In het jaar 1076 de Almoravid dynastie gebaseerd in Marrakesh. Zei voeden het keizerrijk van Ghana, wat bedekt een groot gedeelte van wat vandaag Mauritanie genoemd wordt. In 1674 werden zei gescheiden door de Arabieren. De kruising tussen 2 verschillende culturen Arabieren en Berbers vormt een streng systeem van rangen, wat vandaag de dag nog steeds bestaat. In 1981 is de slaven arbeid verboden maar dat is aleen op papier. Slavenarbeid kun nog steeds te zien voor degene die het willen zien.

Als een luchtspiegeling, Nouakchot (de hoofdstad van Mauritanie) verscheen in de duinen van de woestijn. Rijden in deze stad is een volkomen nachtmerrie, overal sta je in de file, diepe gaten in de weg, auto’s met alleen een motor en een karkas, karretjes getrokken door een ezel, koeien, mensen en geen 1 regel om aan te houden, sorry dat lieg ik er zijn 2 regels: probeer niemand aan te rijden en de grootste auto heeft voorang.

Op de markt verkopen ze van alles een klein beetje, maar niks per kilo, alles per stuk. Het vlees en vis is bedekt met een laag vliegen , de grond is bedekt met plastic zakken vast geplakt in de modder, mensen urineren en doen hun behoefde waar en waneer ze maar willen. Het is niet de mooiste stad in de wereld zoals je je kunt indenken. Nieuwschierig kon ik geen blanke man op de markt ontdekken, nieuwschierig kon ik ook geen donkere man een goede auto zien rijden, of in de winkels zien winkelen, of het dragen van goede kleding. Wat ik zag waren de donkere mensen die vrachtwagen vulde met zand in temperaturen van 46 graden, het waren de donkere mensen die de auto’s wassen van de Arabieren, het waren ook de donkere mensen die zware zakken tilde op hun rug, vuilnis doorzochten, en bedelen. Sommige hadden karretjes getrokken door een ezel deze diende voor het transporteren van goederen voor de Arabieren. Het lijkt alsof de ezel de dupe is van al hun woede, ze slaan hun zo hard als ze kunnen met een stok zodat de ezel harder moet gaan lopen, ze slaan zo hard dat het bloed er werkelijk uit spuit en er een verschrikkelijke vleeswond overblijft. De arme ezel buigt door zijn knieen van de pijn. Waarschijnlijk behandelen zei hun ezels op dezelfde manier waaropze zelf behandeld worden als de goederen niet op tijd ariveren.

Ongeveer 95% van de reizigers wie aankomt in Nouachott reist door in de richting van Senagal, wij besloten om in de richting van het oosten te gaan en nogmaals de woestijn te bewonderen. Eerst naar Aleg daarna Kiffa, Timbegha en uiteindelijk Nama. Gedurende de hele weg hebben we kleding en speelgoed uit gedeelt. In Marokko (al waren dit de meest wilde kinderen die ik ooit gezien hebt) vechten ze niet onderling om de kleren die ze kregen, waarschijnlijk omdat ze allemaal familie van elkaar zijn. Hier in Mauritanie is dat beslist een ander verhaal. De kinderen vechten onderling om welk kledingstuk dan ook, schoppen, slaan, schreeuwen, Helio moest meerderen malen in springen om het gevecht te stoppen.

1 kilometer van Nema viel onze uitlaat onder de auto vandaan en de pomp tussen onze 2 tanken begaf het ook. Omdat we deze dag het land uit zouden gaan naar Mali hadden we geen lokaal geld meer, we ruilde onze uitlaat voor een horloge die we voor deze speciale gelegenheden hadden gekocht in Thailand. Nadat we de uitlaat weer onder de auto hadden gemaakt gingen we naar het politie bureau in Nema om de laatste stempel en formulieren in te vullen, al waren we nog 200 kilometer van Mali verwijderd.

2 auto’s stonden geparkeerd voor het gebouw, allebei zonder wielen en de motorkap open en onderdelen van de motor lagen op de grond. Het gebouw had geen ramen en deuren, binnen in het geboew lagen 2 politie agenten op een matras op de grond, en 1 man zat achter een klein bureau, wat overgens het enige meubilair, apart van de televisie die naast de deur opening stond. De man achter het bureau riep 1 van de mannen die op de grond lag en zei dat wij er waren, deze daarop riep die andere man en werd wakker na een paar schoppen. Hij opende zijn ogen krapte op zijn kop, probeerde te begrijpen wat er om hem heen gebeurde en als laatste rochelde hij op de vloer. Nadat hij onze paspoorten had gezien zei hij dat zijn baas dit soort zaken regelde, aldo het enige wat hij hoefde te doen was onze persoonlijke gegevens noteren en een stempel in ons paspoort te zetten. De man draaide zich om en viel weer in slaap.

- sorry , hoelang duurt het voor de baas komt vroeg Helio.

- Dat weet ik niet antwoorde de man met 1 oog nog dicht.

- Oke, dan wachten we wel, antwoorde Helio.

Onder tussen vroegen we telkens verschillende vragen aan de andere 2 agenten. Na 5 minuten stond de man op, hij had door dat hij op deze manier geen rust zou hebben en hij zelf deze zware taak op zich kon nemen. Hij schreef onze persoonlijke gegevens op een papier en nogmaals gebruikte hij zijn krachtige rochel, maar deze keer op het blauwe stempel kussen.

- Jullie kunnen het land verlaten alles is geregeld,zei hij.

maandag 1 oktober 2007

Van Marokko naar Mauritanié





 

Zoals vele keren gaven we dit keer een lift aan een jonge jongen die terug kwam van een week werken. Zijn huis was aan het einde van een lange zandweg, in een klein berber dorp. Hij nodigde ons uit voor de thee en vroeg of we in zijn huis wilde overnachten. Het huis was geverft in rosé punten, het dak was gemaakt van smalle takken daarover een laag modder en gras, een paar foto's waren aan de muur geplakt die zijn trotse verleden liet zien, door een klein raam zagen 4 schapen,1 koe en een aantal kippen, deze beneden ruimte diende niet alleen voor de dieren mar ook als toilet.De keuken was een kleine ruimte waar geen 2 personen in passen. In het zwakke licht wat van een gaslantaarn kwam aten we een geweldig maal, aardappels, knoflook,wortels en vlees. De vrouw van Hassan heeft kort geleden een baby gekregen, Zei vroegen of wij medicijnen hadden voor de long problemen van de baby, wat de baby duidelijk heeft. Niet wetend wat we met de situatie aan moesten, boden we aan hun naar het dichtbijzeide ziekenhuis te brengen wat was 45 kilometer . Naast Hassan zijn familie namen we nog een andere vrouw met baby en een jongen mee, allemaal met gezondheid klachten. de reis koste ons " uur, een lange tijd voor 45 kilometer, maar als hun hadden moeten lopen waren ze 3 dagen heen en 3 dagen terug kwijt. We weten dat we de wereld niet kunnen redden, dit is niet ons doel, ons doel is degene te helpen die we op ons pad tegen komen.

We arriveren in de woestijn. Van Zagora reisden we naar Zguid, Tata, Akka, Farm el Han. De gezichten van de mensen veranderden, de bergen waren veranderd in rots heuvels, kuddes kamalen werden bereden door nomaden, de hitte was ondragelijk, alleen aan het einde van de dag was er een moment van frisheid. 
Ook het gedrag van de politie veranderde, van nu af aan moesten we in elke controle post stoppen. Ze vroegen waar we vandaan komen, waar we naar toe gaan, onze paspoorten en of er " kado's" waren. 
Onder deze strenge gezichten, leger kleren, geweren, waren ze makkelijk te manipuleren. Een lach, een hand, vragen hoe hun dag was geweest en zeggen hun land is erg mooi was over het algemeen genoeg. Het enige wat ze van ons kunden krijgen was een pen om het papier werk wat vlotter te laten verlopen.

Sahara Ocidental is een probleem gebied. In 1975 350.000 marokanen staken over de grens genoemt: The Green March. Om de droom in te laten gaan dit gebied bij Marokko te veroveren,  begon de 16 jaar lange Guerrilla oorlog, tegen het binnen vallen van Marokko. Een poging om de Saharawi Arab Democratic Republic op te richten. Dit gebied is nooit geheel onder controle geweest en het koste Marokko 2 miljoen dollar per dag.

We ariveerde in Mauritanie, het verschil kon niet groter, de wegen bestonden niet meer, auto wrakken lagen overal, de gebouwen van de regering waren in Marokko gemaakt van cement veranderde hier in schuurtjes gemaakt van hout en golfplaten, coca cola doppen met een naald in het midden hielden de kartonnen stukken aan de muur , de politie sliep op een oude matras op de grond.
Indringers waren op jacht voor een toerist, op het moment dat Helio de auto verlaat kwamen ze achter hem aan hem te " helpen"  met de papieren en om geld te wisselen, Helio ging van schuurtje naar schuurtje altijd met een lach en zeggend dat hij geen hulp nodig heeft, ze bleven volhouden. In de auto ook ik had "helpers" om me heen. Ze probeerden ons 1,2,3 keer te bedriegen de techniek van een lach werkte niet, 1 trok Helio aan zijn arm en sprak grove taal. Het was genoeg geweest, met een harde schreeuw, zei Helio: Fuck off  met zijn vinger wijzend in zijn gezicht, de jongen werd bang en liep snel weg, Helio gaf nu een schreeuw in mijn richting iedereen begreep dat het genoeg was, ze konden niks van ons stelen. Na een paar kilometer stopte we voor een andere controle post. Een soldat met bedekt gezicht en machine geweer was de auto's aan het controleren. Onder tussen vroeg een man in burger kleren of we hem 5 liter diesel konden geven om naar huis te kunnen, hij wilde ervoor betalen maar wij zeiden dit ken iedereen overkomen. Op dat zelfde moment kwam de soldaat bij ons raam en pakte onze documenten en zonder iets te zeggen vroeg hij om een "kado".
De man in burger kleren pakte de documenten van de soldaat af en gaf het terug aan ons. Hij zei tegen de soldaat hun hoeven helemaal niks te betalen. Zonder èèn woord te zeggen verdween de soldaat.
Toen we diesel aan de man gaven vonden we uit dat hij een belangrijk persoon in Mauritanié is. Hij gaf zijn telefoon nummer en zei: Als je problemen met de politie hebt, bel me dan, jullie hoeven aan niemand iets te betalen.

Het enige wat ik van Mauritanie gehoord had, behalve de roete van de Parijs - Dakar, is de situatie van de vluchtelingen die arriveren aan de Spaanse kust bijna elke week. Mannen, vrouwen en kinderen volgepropt in kleine boten reizend naar het onweten. Vele sterfen aan de kust van de Kanarische Eilanden. De boot eigenaren gooien de vluchtelingen zonder te kunnen zwemmen overboord, zei sterfen op een paar meter van het beloofde land.
Wat kan het toch zijn om z'n wanhopige keuze te maken...

zondag 2 september 2007

De eerste voetstap in de Arabische wereld






De boot verliet de haven, degenen die achterbleven waren , familie, het land, het vertrouwen. Hoelang zal het duren voordat ik ze weer zal zien?

Helio pakte zijn franse boek, in 35 minuten moesten we de basis zinnen leren. 35 minuten was de tijd dat onze fixatie veranderde in onze realiteit.

Onze eerste stop was Fes. Helio zei: we moeten naar de Medina gaan om onze onze nieuwe wereld te zien.

- we moeten de geluiden horen, de geuren ruiken, wennen aan het contact,de luide stemmen en de nieuwe taal.

Onze nieuwe wereld zien met de ogen van een oude lokale man, om het geluk, de pijn, de kleine gebaren te begrijpen, alleen op deze manier kunnen we de mensen helpen.

Fes is de oudste keizer stad en het meest compleet in de Arabische wereld, het lijkt tussen de middeleeuwen en de moderne tijd in. Meer dan 800.000 mensen wonen in de Medina stad.
De volgende stop was Midelt een kleine plaats in de Atlas. Achter dit dorp kun je de berg Djelbel Ayachi 3.700 meter hoog zien. Op een klaar heldere nacht met een volle maan zijn de witte pieken prachtig. De meeste mensen die hier wonen zijn berbers, veel komen vanuit de bergen opzoek naar een beter leven. Sprekend met die zelfde berbers vonden we uit dat er een mogelijkheid bestaat om dieper in de High Atlas te komen, naar de ver afgelegen plaatsen. 157 kilometer reden we over hervatbare wegen, zelfs nog op deze manier koste het ons 7 uur om te arriveren aan het Isi meer. Onderweg paseerden we vele dorpjes, in een dorpje probeerden we kleine speelgoed poppetjes uit te delen die we hadden mee genomen, een kind, twee, vijf, tien, vijftien, een grote verwarring van handen kwam door het auto raam naar binnen, geschreeuw, geduw,het was een nerveus moment. Tijd om te vertrekken. Nu begrijp ik wat Helio bedoelt had met zijn woorden:
- we moeten geluiden horen, de geuren ruiken , wennen aan het contact , de luide stemmen en de nieuwe taal.

Kijkend vanaf de top van de berg over het meer, leek het een blauwe deken, over de eindeloze bruine woestijn, naast dit, het enige wat we zagen was de auto. 2 dagen gingen voorbij, het enige teken van leven was een man met 3 kamelen en een andere op een ezel, heel ver weg door een verrekijker heen zagen we een aantal schapen herders. De derde dag toen we naar beneden liepen van een berg hadden we ons eerste contact, een man met zijn gezicht helemaal bedekt kwam opgedoken uit het niets. We communiseerde met lachende gebaren en tekeningen gemaakt met een vinger in het zand. Hij liep met ons mee naar de auto waar een paar dozijn schapen hadden gestopt om water te drinken, er stonden andere mannen met bedekt gezicht te wachten. Ik was nerveus, ik had zoveel slechte verhalen gehoort over Marokko en nu was ik hier in de middle of knowwhere, 7 mannen met bedekt gezicht en stokken in hun handen stonden voor me, de verhalen die ik gehoord had hadden geesten gecreëerd nu kwamen die geesten terug. De spanning werd gebroken door een glimlach en een hand. Uiteindelijk waren zei niet de boze geest die iedereen ge tekent had, zei waren alleen nieuwschierig en wilde een praatje maken, zei willen onze wereld zien, op dezelfde manier wij hun wereld. Later de eerste man met wie we contact hadden kwam terug met een andere man, zei boden ons eieren aan en nodigde ons uit voor de thee in zijn huis. Het was een huis gemaakt van modder en gras, om naar binnen te gaan moest ik mijn hoofd buigen en mijn ogen laten wennen aan hoe donker het van binnen was. We gingen naar de grootste kamer, de muren waren blauw en wit ge schildert half, half. We zaten op een tapijt wat de vrouw des huises had gebracht. We zaten om een kleine ronde tafel en dronken thee, aten kleine stukjes brood en ei. De kinderen speelde om ons heel met het speelgoed wat we hadden gegeven. Dit alles was onwerkelijk voor mij, de plaats waar we waren, de manier waarop we de mensen ontmoet hadden, deze mensen hebben niks, maar vol met wil om iets te geven. Mijn reis kon hier eindigen, we konden berooft worden en al onze dromen kwijt raken, maar het was al de moeite waard geweest, ik had de waarheid met mijn eigen ogen gezien, de geesten waren verdwenen. Nadat we hun kleren hadden gegeven vertrokken we. Voor waar we nu naar toe gaan is geen land kaart, het enige wat we hadden was een tekening gemaakt door de lokale bevolking. We wisten waar we moesten beginnen maar hadden geen idee waar het zou eindigen. Al snel begrepen we dat er geen kaart is voor deze weg, het was simpel er is geen weg, het waren ezel paden, rivieren en kloofen. Onze jeep werd de enige taxi in Marokko waar je niks hoeft te betalen. Hoe dieper we in de bergen reden hoe meer we het verschil tussen de mensen zagen, de kinderen kwamen niet meer achter ons aan rennen en vragen naar bon bons, ze stonden stil zodra ze de auto zagen, sommige rende weg, de ouderen bleven stil staan van verbazing. Toen we stopte om kleren uit te delen waren ze bang om naar ons toe te komen, sommige zodra ze de kleren hadden rende ze weg terug de bergen in, alsof hun leven er van af hing om de volgende winter te kunnen overleven. Als er iets is wat ik nooit zal vergeten dan is het: de lach van deze kinderen toen ze hun nieuwe kleren zagen, de ogen glinsteren waneer ze hun nieuwe speelgoed in handen kregen, de dankbaarheid van die oude man die we geholpen hadden. In deze eerste fase hebben we 103 kilometer afgelegt in 9 uur en 30 minuten, we waren moe, vies en hadden pijn. Maar ook onze ogen glinsterde, ons hart klopte sneller van emotie. Ik had zoiets nog nooit eerder gevoelt